“Jij sport toch veel?” vragen mensen me vaak. “Ach, wat is veel” zeg ik dan vaak. Meestal beginnen ze dan een heel verhaal over voetbal. Tja, ik heb dus niks met voetbal.
“Maar je sport toch veel?!”. Voor sommige is sporten hetzelfde als sport kijken. Iedereen die sport weet het verschil…
“Ik kijk wel schaatsen” zeg ik dan. Meestal krijg ik dan fronsende blikken terug en vaak vragen ze er bij “wat is daar nou aan? altijd die zelfde stomme rondjes”. Ik dacht dat vroeger dus ook. Hoe langer de afstand hoe vervelender het was. Een kwartier zitten voor de 10 km en 125000 keer hetzelfde rondje! Het waren er niet zoveel, maar dat leek wel zo. Die rondjes waren zo ellendig lang. En ze reden telkens ongeveer hetzelfde, wat was daar nou aan.
Als je zelf sport (ook al is dat nog lang niet het niveau Sven Kramer of de helft daarvan) dan kom je er achter dat sporten toch iets anders is dan het kijken. Als je redelijk wat sport dan wordt je je bewust van je hartslag, je spierspanning en je conditie. Dan merk je dat lang sporten ineens lastig is en dat hetzelfde tempo houden niet zo makkelijk is als het er op tv uitziet. Sinds ik zelf sport dan duurt me die 10 km veel te kort… en wordt ik dol enthousiast als er wéér een zelfde rondetijd op het bord verschijnt.
Sporten is een verslaving. Deed ik het vroeger nooit; nu kan ik niet meer zonder. Misschien is dat met sport kijken ook zo. Toch is sport kijken voor mij pas leuker (en meer verslavend) geworden nu ik zelf ook sport.
“Jij sport toch veel?” Wat is veel?
Je kan beter vragen, “vind je dat je genoeg sport?” Ik sport nooit genoeg om de tijd in te halen dat ik niet gesport heb…